Bouwen aan het front

In 1916 werden de Duitsers wakker geschud. Terwijl ze in het oosten alles op alles zetten en tegen Rusland ten aanval trokken, kozen ze in het westen voor een verdediging in de diepte, met dunner bezette opeenvolgende frontlinies. Ze maakten optimaal gebruik van het terrein en verbonden de meest strategische landschapselementen. In deze zaal zie je verschillende materialen die werden gebruikt bij de uitbouw van die verdedigingslinies, zoals een bouwdriehoek of kniptang. Voor dat zware en vaak gevaarlijke werk zette de Duitse legerleiding ook vaak lokale mannen uit bezet België en Frankrijk in. Enkele postkaarten in de vitrine tonen zo’n Zivilarbeiter in dienst van het Duitse leger. In 1916 en 1917 werden vijf Duitse verdedigingslinies in Vlaanderen aangelegd. Tussen die linies bouwden de Duitsers bunkers en versterkte punten, die fungeerden als golfbrekers. In het geval van een aanval werden sommige eenheden tegengehouden, terwijl andere verder konden oprukken. Zo brak de aanvalsgolf in kleinere, geïsoleerde groepen. Achter het front stonden Duitse troepen klaar om de verspreide tegenstander met gerichte tegenaanvallen terug te dringen. Toch hoopte het Britse opperbevel in 1917 door te breken.

Press play to start the audio from the beginning

Passchendaele Museum

Ontdek wat ons museum te bieden heeft door de onderstaande audiostops te beluisteren of lezen.