Het oorlogsgevaar naderde snel. Sporadisch trokken vluchtelingen uit het binnenland door het dorp, met de trein en later ook te voet. Maar zelfs toen Britse en Franse troepen zich langs de weg van Passendale naar Beselare ingroeven en het gedreun van beschietingen in de verte te horen was, ging het dagelijkse leven in verder. Op 20 oktober 1914 veranderde alles: de eerste granaten vielen op Zonnebeke en Passendale. Alle dorpen op de heuvelrug, moesten evacueren. Drommen vluchtelingen trokken met hun schamele bezittingen in een lange stoet westwaarts richting Ieper en Frankrijk, terwijl Franse en Britse versterkingen naar het front snelden. De bewoners dachten dat hun afwezigheid van korte duur zou zijn. Veel dieren bleven gewoon in hun stallen of in de wei. De mooiste kleren verdwenen in de kast en dure spullen werden opgeborgen. Sommige kostbare voorwerpen werden zelfs in de grond begraven, uit angst voor diefstal of simpelweg omdat niet alles mee kon. Kijk bijvoorbeeld naar hoe deze familie hun servies onder de tafel verstopte. Ze hoopten hun vaatwerk te beschermen tegen beschietingen. Maar hun hoop op een snelle terugkeer was uiteindelijk ijdel.
Ontdek wat ons museum te bieden heeft door de onderstaande audiostops te beluisteren of lezen.