Op weg naar Parijs viel het Duitse leger op 4 augustus België binnen. In het najaar van 1914 botsten Fransen, Britten en Duitsers voor het eerst bij Ieper. De heuvelrug rondom de stad, met daarop ook Passendale en Zonnebeke, werd al snel een belangrijk strijdtoneel. Kijk je naar de militair op het paard? Hij is een ruiter van het elfde Ulanen-Regiment . Ulanen ondersteunden het Duitse leger door het terrein te verkennen, informatie te verzamelen, tegenstanders op te speuren en hen te lastig te vallen. Begin september 1914 arriveerden de ulanen ook bij Passendale. De lokale bevolking was waakzaam voor de Duitse ruiters. Is zijn unieke helm je al opgevallen? Dit opvallende hoofddeksel, een tsjapka, komt oorspronkelijk uit Polen en stamt uit de tijd van Napoleon. Zie je dat hij ook een lans en sabel draagt? In de Eerste Wereldoorlog waren die wapens eigenlijk al verouderd en nauwelijks nog bruikbaar in vuurgevechten. De Ulanen waren voorzichtig, want overal konden hinderlagen liggen. Het elfde Ulanen-Regiment verloor als één van de eerste Duitse eenheden mannen in deze streek. Op 7 oktober volgde de hoofdmacht en bezette de Duitse cavalerie kort Ieper, voordat ze verder trokken richting Noord-Frankrijk. Maar deze korte bezetting luidde slechts het begin in. Dat zul je wel merken in de volgende zaal.
Ontdek wat ons museum te bieden heeft door de onderstaande audiostops te beluisteren of lezen.