Voor de Romeinen waren de goden erg belangrijk. Beeldjes van goden, zoals deze, stonden samen op een speciaal plekje in hun huizen. De bewoners offerden vaak aan de goden: op vaste feestdagen in het jaar, en ook op belangrijke momenten in het leven: een geboorte, een huwelijk, een overlijden… Zie je helemaal links het beeldje van de god die een drinkhoorn in de lucht houdt? Dat is een Lar. Laren beschermden het huis en het gezin. Aan deze Laren offerden meisjes hun speelgoed en kleren als ze gingen trouwen. Dat kon al als ze 12 waren. Jongens deden hetzelfde wanneer ze een ‘man’ werden, rond hun 16de. Naast de Lar staan Cupido, een liefdesgodje, en Ceres, de godin van de landbouw. En naast haar Jupiter, ken je die? De baas van de goden? In zijn rechterhand houdt Jupiter de bliksem vast… Want Romeinen dachten dat hij de bliksem naar de aarde slingerde! Rechts van hem zie je zijn vrouw, Juno. Zij beschermde álle vrouwen. De godin naast haar is een dochter van Jupiter. Ze heet Minerva. Ze draagt een speer, een helm en een harnas. Minerva was de godin van de oorlog, maar ook van de wijsheid, de slimheid. Beeldjes van goden vinden archeologen overal in het Romeinse Rijk.