Dit marmeren hoofd stelt Gaius Octavius voor, de latere keizer Augustus. Het werd gemaakt toen hij een twintiger was. Het was de tijd waarin hij de Romeinse politiek brutaal naar zijn hand zette. Toen al verzorgde hij zijn imago, zoals blijkt uit dit geïdealiseerde portret. Het behoorde tot een beeld dat van kop tot teen beschilderd was. Nadat hij een einde had gemaakt aan decennia van burgeroorlogen, werd Augustus in 27 voor Christus de eerste keizer van het Romeinse Rijk. Het was het begin van een periode van vrede en voorspoed. Augustus’ macht steunde op militaire veroveringen, grootschalige bouwprojecten, weldoenerij en het herstel van oude waarden en religieuze tradities. Hij vermeed zorgvuldig het beeld van een alleenheerser en liet het politieke systeem van de Romeinse republiek schijnbaar intact. Hij was ‘slechts’ de eerste burger. Princeps, in het Latijn. Ook als keizer besteedde Augustus veel aandacht aan de beeldvorming rond zijn persoon. Op de vele beelden van hem lijkt hij eeuwig jong. Er moeten massa’s beelden van Augustus verspreid zijn geweest. Daarop is hij te zien als militair, politicus, redenaar en priester. Meer dan 250 beelden bleven bewaard, van in Spanje tot in Turkije. We kennen overigens de kleur van Augustus’ ogen, dankzij Plinius de Oude, een geleerde uit de eerste eeuw na Christus: grijsblauw. Een andere auteur, Suetonius, schrijft iets later: ‘Augustus had heldere, glanzende ogen. Hij wilde graag dat men daarin een bepaalde goddelijke kracht zag. Als iemand Augustus in de ogen keek, was hij blij dat die persoon zijn hoofd boog. Zoals voor de stralen van de zon.’