In de 19de en 20ste eeuw kent de katholieke ‘missie’, de verspreiding van het evangelische woord onder niet-christelijke volkeren, haar grootste omvang. Iedere familie kent wel een “tante nonneke” of “nonkel pater” in de missies in Afrika of Zuidoost-Azië. Dit nkonde-beeld of krachtbeeld is afkomstig van het Yombe-volk uit Zuidwest-Congo. Dergelijke beelden zijn doorgaans eigendom van een ‘rituele specialist’, iemand bij wie men te rade gaat voor allerlei problemen, zoals ziekte, onheil en gevaar. Tijdens het ritueel worden één of meerdere spijkers of metalen voorwerpen in het beeld gedreven, om de aanwezige kracht te activeren. Afhankelijk van de nood worden nog andere dingen toegevoegd, zoals stukjes textiel, glasscherfjes en schelpjes. Zij moeten de kracht leiden. Die kracht of energie schuilt in magische ingrediënten, verborgen in een klein rond nisje in de buikholte van het beeld. Het spiegelglas dat dit nisje afsluit en waarvan ook de ogen zijn gemaakt, zou de eigenaar elke vorm van bedreiging laten zien, uit welke hoek dan ook. Beelden als dit werden tijdens de missie massaal verzameld. Ze getuigen op een bijzondere wijze van de missie, de problematieken die zich hieraan verbinden en de gevolgen die eruit zijn voortgevloeid.