Wie de wereldzeeën bevaart moet niet alleen over een zeewaardig schip beschikken, maar ook over de juiste techniek om koers en positie op zee te bepalen, en om de snelheid van het schip en de diepte van het water te meten. Tegenwoordig worden deze metingen op schepen uitgevoerd met behulp van elektronische apparatuur en satelliet-technologie. Deze presentatie toont oude navigatie-instrumenten die vroeger van levensbelang waren voor de zeevarenden en die antwoord moesten geven op de vier kernvragen: Waar ben ik? Waar moet ik heen? Hoe snel ga ik? En hoe diep is het water? Het bekendste navigatie-instrument is het kompas. Daarvan zijn halverwege de tentoonstelling een aantal interessante exemplaren te zien, waaronder een fraai hangkompas dat van onderaf afgelezen moet worden. De collectie navigatie-instrumenten van het Scheepvaartmuseum is qua omvang en tijdsspanne een van de belangrijkste ter wereld. De objecten geven een goed beeld van de ontwikkeling van de navigatiewetenschap, het vakmanschap van de instrumentmaker en de schoonheid van hun producten.