Nederland kent een rijke traditie van pleziervaart. Vanaf de tweede helft van de zestiende eeuw schaffen rijke kooplieden en bestuurders fraai versierde jachten aan; voor zakelijke ontmoetingen, het bezoek aan markten en de handel. Maar ook om met de familie plezier op het water te hebben, het zogenaamde ‘spelevaren’. Wat bezoekers het meest opvalt aan de oude scheepsmodellen zijn de twee ‘zijzwaarden’. Omdat de Nederlandse wateren vrij ondiep zijn hebben binnenvaartschepen hier vaak geen kiel, maar zijn van onderen rond of plat. Om het gebrek aan een kiel te compenseren werden schepen van twee zijzwaarden voorzien. Hiermee kan worden voorkomen dat de schepen bij zijwind al te veel van hun koers wijken. Steeds wordt één van de zijzwaarden neergelaten, aan de zijde tegenover de zijde waar de wind vandaan komt. In zeevaarttermen heet dat de lijzijde. Hier wordt een veelheid aan modellen van jachten tentoongesteld, van traditioneel tot ultramodern. Veel van de traditionele scheepstypen varen nog altijd rond op de Nederlandse binnenwateren.