Stel je voor: we zijn in de Romeinse tijd en wij tweeën staan op het plein voor de reuzegrote tempel in Tongeren. Wij staan daar, want we vereren de Romeinse goden. Voor ons staat een hoge zuil met helemaal bovenaan wat je hier ziet: een beeldgroep. Kijk maar omhoog. Onderaan liggen twee mannen. De tweede zit achter de andere. Die zie je van hier niet zo goed. Op de plaats van hun benen kronkelen… slangen! De mannen met slangenbenen worden vertrappeld door een paard met een man erop, een ruiter. Zijn hoofd hebben we jammer genoeg niet meer. Maar als je goed kijkt, zie je wel nog dat hij met zijn linkerhand zijn paard ment. Het is de Romeinse oppergod Jupiter! En Jupiter verslaat hier twee giganten, dat zijn de mannen met hun slangenbenen. Dat verhaal kennen we uit boeken geschreven door Grieken en Romeinen. Giganten, dat zijn reuzen. Zij kwamen in opstand tegen Jupiter en andere goden, en daarom vochten die goden tegen de giganten. De giganten verloren natuurlijk, zoals je hier ziet. Ken je het Nederlandse woord ‘gigantisch’? Wat betekent dat volgens jou? A = monsterachtig B = zeer oud C = reusachtig groot Het is C, reusachtig groot. Ik heb het zelf verklapt, want ik zei: “Giganten, dat zijn reuzen.” Bekijk het beeld ook even aan de achterkant, dan zie je de tweede gigant veel beter.

ABC