Deze boot, een bok, was de grootste soort platbodem in Giethoorn. Lang niet iedereen had er zelf een. Als je dan toch een bok nodig had om de koeien naar of van het land te halen moest je hem van iemand lenen. Je kon hem ook huren. De koeien stonden om en om, voor het evenwicht, want de kop is zwaarder dan de kont. Om te voorkomen dat ze met hun neus in het water gingen en zo overboord zouden vallen, werden ze bij de horens aan de boot gebonden. De meeste boeren hadden wel een vlot, een iets kleinere boot. De bodem daarvan was niet stevig genoeg voor koeien, maar een paar schapen of een varken konden er wel op. Het vlot was handig om mest naar het land te brengen, en om rietbossen of hooi te vervoeren. De meeste mensen in Giethoorn bezaten verder ook een punter en een roeibootje.
Kijken hoe het leven vroeger was in Giethoorn? Dat kan in Museum Giethoorn ‘t Olde Maat Uus. Uit persoonlijke verhalen van markante inwoners komt van alles naar voren over turfwinning en bijzondere gebruiken. Alleen hier kun je een authentieke boerderij van binnen zien!