Een oudere Gieterse vertelde hoe haar moeder na een intensieve werkweek op zaterdag tegen haar vader zei: ‘Je moet je wel verschonen’. Hij antwoordde dan soms: ‘Nee hoor, dat heb ik vorige week al gedaan’. Kleren werden namelijk maar een keer in de twee weken gewassen. Het was een heel karwei, dat twee tot drie dagen duurde. Eerst moest het wasgoed een nacht in de soda weken, daarna werd het gekookt en geborsteld op het wasbord. Dat was op maandag, wasdag. Het witgoed ging op de bleek, dat wil zeggen dat het op een grasveld werd uitgespreid. Door het zonlicht verdwenen de vlekken. Dan moest het donkere goed nog in de was. ’s Avonds werd alles uitgespoeld - niet in de sloot maar in het meer, daar was het water schoner. Dan moest het nog in de wringer, en daarna gedroogd, gesteven en gestreken. Het stijfsel maakte de stof stug. De Gieterse vertelde wat dat met een zakdoek kon doen: ‘Sommigen hadden bij het snuiten een snee in de neus’.
Kijken hoe het leven vroeger was in Giethoorn? Dat kan in Museum Giethoorn ‘t Olde Maat Uus. Uit persoonlijke verhalen van markante inwoners komt van alles naar voren over turfwinning en bijzondere gebruiken. Alleen hier kun je een authentieke boerderij van binnen zien!