Deze vijver heet de pootvijver. In deze, maar ook in andere vijvers die op de slotgracht uitkomen, zwemt al vanaf de 17e eeuw vis, die bij de kasteelbewoners op het bord terecht kwam. Vanaf 1899 werd in deze vijvers commercieel vis gekweekt: de Nederlandse Heidemaatschappij begon hier een viskwekerij. In deze vijvers zwommen toen de eerste gekweekte karpers van ons land, ze werden ingevoerd en hier voor het eerst uitgezet! Snoekbaarzen zijn ook niet inheems in Nederland, en werden door dezelfde Heidemij geïmporteerd uit Bohemen. Per trein werden 50.000 eitjes van deze vis aangevoerd, onder een druipende ijslaag… daarvan overleefden er uiteindelijk maar 2000. Hoewel de kwekerij al snel naar het dichtbij gelegen Emst is verplaatst, hebben de karpers het kasteel toch de nodige roem bezorgd!