Het Lam Gods oogt op het eerste gezicht complex, maar de Grote Boodschap kun je kort samenvatten. Het veelluik brengt de kern van de christelijke leer in beeld. Alles begint bij Adam en Eva, die we straks nog zien. Zij gehoorzamen in het Aards Paradijs niet aan God: dat is de zogenaamde ‘erfzonde’. Sindsdien, en daardoor, zijn mensen sterfelijk. De hemel en het eeuwige leven liggen buiten bereik. Tot God zijn zoon, Jezus Christus, mens laat worden en Christus zich opoffert om de mensheid van haar zonden te verlossen, te bevrijden. Dat zagen we op het wandtapijt aan het begin. Als een lam vergiet Christus voor ons zijn bloed. Vandaar het begrip ‘Lam Gods’. Maar na zijn dood staat hij op uit het graf: Christus verrijst! Sindsdien kunnen gelovige mensen weer naar de hemel. De hele wereld en de mensheid zijn God en Christus daarvoor voor altijd dankbaar. Dat is wat we op deze feestelijke, drukbevolkte binnenluiken zien, als het Lam Gods openstaat. Dat gebeurde vroeger vooral op feestdagen. Op het gesloten veelluik ziet u het echtpaar dat aan de broers Van Eyck deze opdracht gaf, en verder Johannes de Doper en Johannes de Evangelist, en Maria die van de engel Gabriël verneemt dat zij Jezus’ moeder wordt. Al die luiken zijn hier op de tentoonstelling te zien. We hebben het er nog over in deze audiogids. Op het Lam Gods verklaren Latijnse teksten wat we zien. Ook slimme tijdgenoten van Jan van Eyck konden dus wat toelichting gebruiken, wees gerust.