Zoals de geschiedenis van het schip Amsterdam laat zien, waren de zeereizen niet zonder gevaar. Om de grote risico’s en hoge kosten van de afzonderlijke zeereizen te spreiden wordt in 1602 geld ingezameld voor een grote nieuwe onderneming: de Verenigde Oost-Indische Compagnie, afgekort VOC. In korte tijd schrijven meer dan 1000 personen zich in als aandeelhouder. Iedereen doet mee, van rijke kooplieden tot huishoudsters. Er wordt meer dan 3,5 miljoen gulden ingezameld. En nog voordat het eerste schip onder VOC-vlag de haven uitvaart worden de eerste aandelen al weer doorverkocht. Hiermee is de allereerste beursgenoteerde multinational ter wereld geboren. De VOC groeit in de zeventiende eeuw uit tot een wereldwijd handelsnetwerk met eigen forten, pakhuizen en kantoren en is de enige onderneming die vanuit de Republiek handel mag drijven met Azië. Ook wordt er veel geld verdiend met de handel tussen de Aziatische landen onderling. De oprichting van de VOC – en een kleine 20 jaar later ook de West-Indische Compagnie – vindt plaats tijdens de oorlog tegen Spanje. De schepen van de VOC vallen vele Spaanse en Portugese schepen en handelsposten aan in Afrika en Azië. Is de vijand eenmaal verslagen, dan neemt de VOC ook de handel en de lokale bevolking over. Op deze manier maakten de Nederlandse beleggers in de VOC ook winst uit oorlog.

Back to start