Over de gehele lengte, zowel aan de binnenzijde als buitenzijde, is de Koningssloep versierd met verguld beeldsnijwerk dat bol staat van de symboliek. De koningssloep markeert het einde van de Republiek en de Franse periode in Nederland en het begin van het nieuwe koningshuis, het huis Oranje-Nassau. De decoratieve banden van oranjetakken en de oranjeappels zijn hier een directe verwijzing naar. Samen met alle andere symbolen en motieven die verwerkt zijn in de sloep vertellen ze dat onder de heerschappij en bescherming van de nieuwe koning de bevolking zal leven in tijden van vrede, voorspoed, vruchtbaarheid en welvaart. Het onbetwiste pronkstuk van de Koningssloep is de boegversiering. Bovenop een golf zien we de Romeinse god van de zee, Neptunus, met zijn drietand in de hand. Hij zit op een schelpenwagen, voortgetrokken door drie mythologische zeepaarden. Zijn komst wordt aangekondigd door twee van zijn zonen. Het zijn de hoornblazende Tritons of meermannen, half mens half vis. Ook het hoornblazende figuurtje op het voorste zeepaard is een triton, met vleugels in de vorm van sint jakobsschelpen. Langs de rand van de boeg loopt een sierrand met allerlei waterplanten, schelpen en schaaldieren. Zoals Neptunus over de golven heerst, zo zal koning Willem I over Nederland heersen.

Back to start