U moet zich de oorspronkelijke Maestá voorstellen als een losstaand altaarstuk van bijna vijf bij vier meter, aan beide kanten beschilderd, en rustend op een beschilderd onderstel, een predella. Zo’n formidabel kunstwerk vraagt om een speciale constructie. Dit paneeltje heeft een belangrijke rol gespeeld in het onderzoek naar die constructie. De achterkant is namelijk nog origineel, en grotendeels onaangetast. Er zijn zelfs nog sporen te ontdekken van de schaaf waarmee Duccio’s timmerman het hout glad maakte. Ook zijn lijmresten overgebleven, met daarin afdrukken van de plank waar de Engel oorspronkelijk op geplakt was. Die afdrukken laten zien dat de houtnerf van deze grotere plank verticaal loopt, terwijl de nerf van het kleine paneeltje juist horizontaal loopt. Dit is een belangrijke aanwijzing dat enkele van de verticale planken, waarop de hoofdvoorstelling was geschilderd, verder naar boven doorliepen. De dunnere paneeltjes met de engelen werden op deze uitstekende stukken gelijmd. Het voordeel daarvan was dat ze een beetje overhelden, en zo vanaf hun plek hoog bovenop het altaarstuk beter zichtbaar waren.

Back to start