Jan Polack toont met dit schilderij dat hij een uitvoerig verteller is met veel gevoel voor details. Rechts knielt bijvoorbeeld een vrouw met een gebedssnoer tussen haar gevouwen handen en er heeft zich al een man op de grond geworpen om het hout van het kruis te kussen. Op de achtergrond komen de eerste zieken en pelgrims al aan. Zoals altijd wordt Helena begeleid door twee hofdames, maar een page die haar mantel draagt is zeldzamer . Op de mantelzoom van de man achter de page staat geschreven: ‘Das Heilig Kreuz is gefunden…’. Links van hem is een kleurige graver te zien die met een onbetrouwbaar uitziende man praat. Dat zou Judas wel eens kunnen zijn. Judas had, volgens de legende, uiteindelijk aan Helena verteld waar de kruisen waren begraven. Op een erkertje op de eerste verdieping van het huis linksachter staat het jaartal 1486. Uit het venster leunt een man in wie we, gezien de afwijkende kledij, vast en zeker een zelfportret van de schilder mogen zien.

Wilt u meer weten over wat er allemaal te zien is op dit schilderij, kies A. Wilt u meer weten over predella’s, kies B.

AB

Back to start