Dat het portret bekend staat als ‘De minnaar’, komt omdat Van Gogh in een brief aan Theo over Milliet schreef: ‘Het is geen onknappe kerel, heel ongedwongen, met veel nonchalance in zijn houding, en ik zou hem verdraaid goed kunnen gebruiken voor een schilderij van verliefden.’ Van Gogh had een moeizame omgang met vrouwen en bewonderde de luitenant om zijn amoureuze veroveringen. Met enige zelfspot bekende hij aan Theo: ‘Milliet boft: hij heeft net zo veel Arlésiennes als hij wil, maar goed, hij kan ze niet schilderen en als hij schilder was, zou hij ze niet hebben.’

Toets A voor informatie over Van Goghs schildertechniek, of toets B voor informatie over de titel van het schilderij.

AB

Back to start