Van Gogh schildert zijn eerste zelfportretten in een realistische stijl en tamelijk sombere kleuren. Hij hoopt op die manier portretopdrachten te krijgen en daarmee geld te verdienen. Wanneer dit niet lukt, gaat hij steeds vrijer schilderen. Hij oefent met kleur, vorm en licht en varieert met penseelstreken. In dit portret zijn de kleuren nog vrij ingetogen. Zachte blauwe en groene tinten domineren het schilderij. De snelle verfstreken zijn juist weer uitbundig, vooral in de achtergrond. Zij geven het werk een levendig en dynamisch karakter.

Toets A voor meer informatie over Van Gogh en het portret, toets B voor informatie over Van Goghs schilderstijl, of toets C voor informatie over Helene Kröller-Müller en Van Gogh.

ABC

Back to start