Opvallend aan dit schilderij is de hoge horizon. Het grootste deel van het doek wordt ingenomen door de roodbruine bosbodem en een rij van drie bomen. Van Gogh heeft diepte gecreëerd door de bomen naar achteren toe kleiner af te beelden. Alleen de onderste delen van de stammen zijn zichtbaar. Uit onderzoek is gebleken dat onderaan de voorstelling stukjes eikenblad in de natte verf terecht zijn gekomen. Waarschijnlijk heeft Van Gogh bij het maken van dit werk dus op zijn knieën gezeten. Aan Theo legt hij uit hoe hij met de compositie heeft geworsteld: ‘'Daar was de grote moeilijkheid het helder te houden en lucht te brengen tussen de stammen die op verschillende distantie staan – en de plaats en relatieve dikte van die stammen veranderd door de perspectief. Te maken enfin dat men er in ademen en rondwandelen kan – en het bos ruikt.'

Toets A voor meer informatie over het schilderij, of toets B voor informatie over Van Goghs tijd in Den Haag.

AB

Back to start