Het duinlandschap is opgebouwd uit verschillende kleuren groen. In het duingras zit een jong meisje. Ze draagt het kapje van de protestantse jonge vrouwen, dat ze moet dragen totdat ze getrouwd is. Getrouwde vrouwen dragen een muts zonder bef in de nek. De voorstelling heeft een rustige, maar ook mystieke sfeer. Toorop zag het wijde, uitgestrekte landschap als een symbool voor de nietigheid en de sterfelijkheid van de mens. Het meisje, dat ontspannen in dit landschap zit, is een personificatie van de kinderlijke onschuld.
Toets A voor meer informatie over Jan Toorop, of toets B voor meer informatie over het schilderij.